Ieder van ons voelt zich wel eens ‘beperkt’ omdat hij zich in een situatie of omgeving bevindt waarin hij niet optimaal kan functioneren. Voor kinderen zijn de voorzieningen bijvoorbeeld vaak te hoog en onbereikbaar, of het ontbreekt hen nog aan kracht om ze te bedienen. Ouders met kinderen verkeren veelvuldig in weinig comfortabele situaties: met een kind op de arm een deur openen, met een buggy onderweg allerlei obstakels overwinnen,... Als we bepakt en bezakt zijn, kan een te smalle of moeilijk te openen deur een hinderpaal zijn. Als we tijdelijke problemen hebben, zoals een verstuikte enkel, een been in het gips of een pijnlijke rug, stoten we ook op problemen in onze omgeving. In een land waar we de taal niet spreken, begrijpen we de informatievoorzieningen en signalisatie niet. Leveranciers, verhuizers en ambulanciers hebben allen problemen met te kleine liften of het ontbreken van liften, met smalle doorgangen of moeilijke trappartijen. Ouderen die geconfronteerd worden met een vermindering van snelheid, kracht, gezichts- of gehoorvermogen, ervaren vaak dat de omgeving niet altijd afgestemd is op hun behoeften.
Integrale toegankelijkheid is essentieel voor 10% van de bevolking, nodig voor 40% van de bevolking en comfortabel voor iedereen, ongeacht fysieke en/of mentale conditie. Wie nu toegankelijkheid negeert, zal in een later stadium waarschijnlijk aanpassingen moeten doorvoeren die handenvol geld kosten. Indien men van bij het ontwerp rekening houdt met integrale toegankelijkheid zijn er echter weinig of geen meerkosten. Reden genoeg dus om er op grote schaal werk van te maken!
Het is bijgevolg belangrijk om oplossingen te vinden die voldoen aan de eisen van een zo groot mogelijke groep gebruikers. Het is cruciaal dat dit geïntegreerde oplossingen zijn (ingewerkt in het globale concept). Categoriale oplossingen moeten zoveel mogelijk vermeden worden.
> Lees ook meer op Mens en ontwerp
Het uitgangspunt van integrale toegankelijkheid is dat onze leefomgeving bereikbaar, toegankelijk (betreedbaar) en bruikbaar moet zijn voor iedereen en dit op een onafhankelijke (dus zonder hulp) en gelijkwaardige wijze. Verschillende behoeften van mensen worden zo op een vanzelfsprekende wijze geïntegreerd in voorzieningen die bruikbaar zijn voor iedereen.
( INTEGRAAL ) TOEGANKELIJK = BEREIKBAAR + BETREEDBAAR + BRUIKBAAR
Iedereen
Iedere dagelijkse gebruiker en bezoeker van een gebouw, al dan niet met een persoonsgebonden attribuut (bv. kinderwagen, koffer, rolstoel, scooter, witte stok,…), met de meest uiteenlopende lichaamsbouw, mogelijkheden en beperkingen.
Onafhankelijk
Gebruikers en bezoekers kunnen voorzieningen gebruiken zonder hulp van anderen. Bv. het openen van een deur, het bedienen van een lift, geld afhalen,…
Gelijkwaardig
Iedereen moet via de meest voor de hand liggende route zijn bestemming kunnen bereiken. Het is niet aangewezen dat mensen met een kinderwagen of rolstoel een andere, soms (veel) langere weg moeten afleggen omdat de hoofdroute voor hen niet toegankelijk is.
> Vier deelaspecten van toegankelijkheid
Het is niet alleen belangrijk dat verschillende onderdelen van een woonomgeving of wooneenheid toegankelijk zijn. Ook de onderlinge combinaties en vooral de route die men moet afleggen om ergens te geraken of een activiteit uit te voeren zijn cruciaal. Als één van die ‘schakels’ in een route niet toegankelijk is, kan het zijn dat een bepaalde persoon het doel van zijn verplaatsing niet kan bereiken of de geplande activiteit niet kan uitvoeren.