Inkomhallen kunnen, net zoals toegangen (Wooneenheid, Extern, Toegang tot de wooneenheid) overal gelegen zijn. Vooraan, achteraan, aan de zijkant van de woning, ….
De inkomhallen zijn die ruimten die de in- en/of uitgang tot de woning organiseren m.a.w. de ruimten waarin de toegangsdeuren uitkomen. Deze ruimten worden echter niet altijd inkomhal genoemd. Sasruimten, die de overgang vormen van de leefruimtes naar de buitenruimte (de garage, de tuin, …) kunnen we ook beschouwen als inkomhallen.
Optimaal zou ernaar gestreefd moeten worden om minimum één bereikbare en bruikbare inkomhal in de wooneenheid te organiseren. Elke andere bereikbare en bruikbare toegang is steeds welkom, echter niet overal mogelijk. Door hun specifieke terreinkenmerken, zal het bvb. voor rijwoningen en/of halfopen bebouwingen moeilijk zijn om een alternatieve of tweede bereikbare toegang te organiseren.
© VMSW, Eigen woning, Ontwerper Bruno Callaert
Functies van de inkomhal
Een inkomhal is een belangrijke ruimte in de wooneenheid en maakt deel uit van meerdere functies binnen de wooneenheid. Het is in eerste instantie de ruimte van waaruit bezoekers al dan niet toegang krijgen tot de gehele woning of een deel ervan. In de meeste woningen kan je via deze ruimte naar de woonkamer, het toilet, de vestiaire voor het opbergen van jassen en eventueel ook naar de keuken. De inkomhal geeft dus toegang tot die ruimten waar je als bezoeker gebruik van mag maken zonder afbreuk te doen aan de privacy. Voor een goede bezoekbaarheid is een goed georganiseerde en vormgegeven inkomhal dus zeker belangrijk.
De inkomhal wordt ook gebruikt als schakelruimte om te circuleren binnen de woning.
Horizontaal biedt zij toegang tot andere verblijfsruimten en gangen, verticaal zal hierin heel vaak de aansluiting met de trap voor het bereiken van de verdieping worden gerealiseerd.
Inkomhallen en gangen zijn goede akoestische en thermische buffers. Door tijdens het circuleren in de woning gebruik te maken van de inkomhal als circulatieruimte kan men ervoor zorgen dat de andere activiteiten niet gestoord worden. Het privaat karakter van ruimten blijft zo optimaal behouden.
Vb. indien de badkamer enkel bereikbaar is via een slaapruimte dan kan het circuleren naar deze badkamer storend zijn voor diegene die in deze slaapruimte verblijft. Zo is het ook niet wenselijk om de trap onafgesloten in de leefruimte te plaatsen. Wie naar boven of naar beneden wil, moet in deze situatie steeds door de leefruimte , in de andere richting kan het ook zo zijn dat lawaai van TV, … storend kan zijn voor aansluitende slaapfuncties.
De inkomhal, met daarop aansluitend de verticale circulatie, kan best grenzend aan de buitenzijde van de wooneenheid georganiseerd worden. Hierdoor zal men in de toekomst beter de wooneenheid op kunnen delen in verschillende wooneenheden en krijgt de inkomhal op dat moment een scheidende functie. Door de organisatie aan de buitenzijde, zal er niet alleen minder gereorganiseerd moeten worden om de verticale circulatie voor meerdere verschillende gebruikers open te stellen. Ook zal het vaak makkelijker zijn om de private ruimten van de inkomzone af te sluiten.
Door de manier van gebruik, en de verschillende functies waar de inkomhal deel van uitmaakt, vormt deze ruimte een belangrijke schakel tussen heel wat ruimten en activiteiten. Deze complexiteit zorgt ervoor dat het zeer belangrijk is om steeds elke link naar een ruimte en elke looproute reeds vanaf ontwerpfase goed te integreren.
Voldoende ruimte voorzien om te kunnen manoeuvreren, de plaatsing van deuren en trappen die op de inkomhal uitkomen goed organiseren, alsook obstakels zoveel mogelijk vermijden en knelpunten reeds vooraf voorzien, … zijn slechts enkele kleine, maar toch belangrijke, tips die kunnen bijdragen aan een goed gebruik in de praktijk.