Verticale circulatie
Wat is circulatie?
Naast het uitoefenen van activiteiten is het zich verplaatsen (circuleren) een hoofdactiviteit in de woning. Gebruik makend van looproutes of looplijnen vinden wij onze weg doorheen de fysieke ruimte rondom ons.
Een looproute is de weg die we afleggen van punt A naar punt B. Het is de opeenvolging van ruimten of activiteiten die we passeren op onze weg: van keuken naar leefruimte, via de leefruimte naar de gang, de trap op naar de slaapkamer, enzovoort.
We verplaatsen ons horizontaal (op één niveau) en verticaal (tussen verschillende niveaus) van functie naar functie, via ruimten, gangen en trappen.
Deze actie vraagt voldoende ruimte in de breedte en in de hoogte en een goede organisatie voor het overbruggen van knelpunten en obstakels (bv. gangen doorkruisen, trappen lopen, het openen van deuren, meubels passeren,… Efficiënte en logische looproutes besparen de gebruiker veel energie, tijd en ruimte!
© Janis Filieux, architect
Verticaal circuleren
Verticaal circuleren betekent het overbruggen van grote en kleine niveauverschillen. Het is één van de grootste en moeilijkst overbrugbare obstakels binnen de wooneenheid. De meeste ongelukken en valpartijen gebeuren op de trap. Verticaal circuleren kan dus een grote beperking vormen in het dagelijkse leven.Van bij de ontwerpfase
Van bij ontwerpfase kan men al de grootste knelpunten voorzien. Vanaf de start nadenken over de organisatie, de plaats en de ruimte die nodig is om verticaal (en horizontaal) te circuleren, zal meer veiligheid en comfort bieden bij het praktisch gebruik. Conceptmatig nadenken over de plaats waar niveauverschillen worden ingeplant, interne niveauverschillen zoveel als mogelijk vermijden en voldoende gebruiksruimte voorzien bij trappen of gangen draagt bij tot het opvangen en uitsluiten van knelpunten op termijn.Niveauverschillen
Kleine niveauverschillen overbrug je best door gebruik te maken van een hellend vlak in plaats van drempels en randjes. Houd hellende vlakken in de wooneenheid echter steeds beperkt tot 0,5m of 1m en voorzie ze van een laag hellingspercentage.
Hellende vlakken nemen heel wat ruimte in. Langere hellingen vragen daarbij ook een goede afbakening en een goede leuning of borstwering, die ervoor zorgt dat gebruikers niet vallen of struikelen over de randen en meer stabiliteit krijgen. Het vraagt minder energie om omhoog te stappen met behulp van een vast punt (leuning of handgreep). Kleine kinderen voelen zich veiliger, ouderen kunnen zich eraan optrekken en vasthouden.
Kleinere hellingspercentages van 4 à 5% geven een zeer groot gebruikscomfort en zijn voor iedereen goed bruikbaar. Percentages tot 10% worden op vlak van toegankelijkheid toegelaten maar zijn voor een gewone gebruiker al stijl en vaak niet zelfstandig te gebruiken door personen met een looprekje, scooter of rolstoel.
Trappen
De ruimte die noodzakelijk is voor een trap wordt bepaald door de trapmodulus en de te overbruggen verdiepingshoogte. In praktijk blijkt dat binnen woningen veel trappen te steil en te smal zijn, alsook dat de trapneus en de kleine aantrede de voeten hindert, waardoor valgevaar groter wordt. Plaats winnen door bijvoorbeeld de ruimte van de trap te beperken of door verdreven treden toe te passen, komt jammer genoeg nog vaak voor. De gebruiksveiligheid van een trap moet echter steeds voorop staan.
De basisvereiste van een trap is dat hij goed beloopbaar is. Trappen van het rechte type zijn hiervoor het meest aangewezen. Ze hebben een rechte looplijn en de treden zijn overal even breed. Hoe je de trap ook beloopt, de randvoorwaarden zijn steeds gelijk. Kinderen lopen vaak dichter tegen de muur aan om aan de leuning te kunnen. Als wij spullen meezeulen zullen wij vaak onevenwichtig de trap gebruiken. Versmallingen en onregelmatigheden vormen dan grote struikelblokken. Juist hiervoor draagt een goede trapmodulus bij aan een goede beloopbaarheid. Een goede aantrede (voldoende ruim) en een gesloten optrede zonder neus zorgen ervoor dat de voet voldoende steun heeft en niet wegschuift of blijft haken wanneer wij ons opwaarts afduwen.
Een goed georganiseerde leuning helpt ons ook om veilig de trap te belopen. Een tweede leuning voorzien op lagere hoogte zorgt ervoor dat kinderen minder hoog moeten grijpen en dus stabieler gebruik kunnen maken van de trap. Voor een goede plaatsing heb je voldoende draagkrachtige wanden en voldoende trapbreedte nodig, vanaf de ontwerpfase te voorzien.
Leuningen aan beide zijden van de trap betekent vooral voor ouderen en voor personen met een beperkte mobiliteit een grote hulp. Het zorgt er ook voor dat ouderen die nog trappen kunnen lopen, geen dure aanpassingen moeten doen, zoals het plaatsen van een traplift. In positieve zin betekent het nemen van trappen voor ouderen een bezigheid die kan helpen hun conditie op peil te houden.
Aanpasbaarheid en flexibiliteit
De voorwaarden voor aanpasbaarheid en flexibiliteit hebben invloed op de structurele elementen en op de kleinere afwerkingdetails. Kan je basisfuncties (bv. slapen, wassen en koken) op één niveau voorzien?
Zo ja, kies dan ook voor deze oplossing als je lang in het huis wil blijven wonen. Het is een betere oplossing dan nadien te klein gedimensioneerde trappen te moeten aanpassen en voorzien van stoelliften of mechanische systemen. De ruimte die initieel voorzien wordt om te slapen, kan nu gebruikt worden als bijvoorbeeld bureauruimte of speelkamer.
Kan je de basisfuncties niet op één niveau voorzien? Besteed dan zeker voldoende aandacht aan de uitvoering van de trap. Deze vanaf de start voldoende breed voorzien met een goede leuning is dan de boodschap. Hierin investeren is sowieso een basiskwaliteit voor iedereen om de trap veilig te kunnen gebruiken
Plaatsen van een lift
Overbruggen van niveauverschillen in wooneenheden kan op verschillende manieren gebeuren. Naast de trap is de meest gangbare en eenvoudigste ingreep het gebruik van een stoeltjeslift aan de trap. Als deze optie niet voldoende is om tegemoet te komen aan de noden en wensen van de gebruiker, wordt vaak een machinaal liftsysteem geplaatst.
Als een bewoner belangrijke fysieke beperkingen heeft / krijgt, kan het ook een keuze zijn om een bergruimte om te bouw tot liftschacht. Een raveelconstructie in hout laat toe de verticale doorvoer te verwezenlijken. Op die manier zijn verdiepingen vrij eenvoudig mechanisch te bereiken. Houd er wel rekening mee dat door de inname van bergruimte in dat geval spullen elders een plek moeten krijgen en dus initieel ook meer bergruimte moeten voorzien worden. Het voorzien van ruimte voor een lift mag echter niet betekenen dat de trap niet goed uitgevoerd moet worden. Een trap van het gesloten type laat beter toe de ruimte eronder als bergruimte te gebruiken.
Als er een liftsysteem gebruikt wordt, moeten zeker de mogelijkheden binnen de wooneenheid, de technieken en de structurele draagkracht onderzocht worden. Bovendien is het in dit geval aangeraden om een professioneel advies woningaanpassing aan te vragen.
Verticale circulatie aan de buitenzijde van een gebouw
Structureel biedt het aansluiten van de verticale circulatie (inkom + trap) aan de buitenzijde van een gebouw meer mogelijkheden met het oog op opdeelbaarheid en uitbreidbaarheid. De toegang tot de verschillende wooneenheden kan vlot georganiseerd en private ruimten beter afgesloten worden. Voor kleinere wooneenheden is het belangrijk dat de trapzone de doorzonmogelijkheid niet in de weg staat.
Terug