Integraal toegankelijk
De locatie van een woning bepaalt in sterke mate de meegroeicapaciteit. Er bestaat immers een groot verschil in de bereikbaarheid van voorzieningen tussen bijvoorbeeld een stadscentrum en een kleine kern op het platteland. Door de grote concentratie en de en de nabijheid van voorzieningen in de stad is hier een ruimer aanbod ter beschikking voor jongeren, gezinnen met kinderen en ouderen, dat bovendien (t.g.v. een uitgebreid aanbod aan openbaar vervoer) vlotter bereikbaar is. Op die manier kan je stellen dat een stad over een grotere ‘meegroeicapaciteit’ beschikt als bijvoorbeeld een kleine dorpskern. Voorwaarde is wel dat deze ruimere woonomgeving integraal toegankelijk is.
Integraal toegankelijk
De natuurlijke en bebouwde woonomgeving
Er zijn twee verschillende soorten ‘omgevingen’ waar wij als gebruiker in verblijven: de natuurlijke en de gebouwde. De gebouwde omgeving is een fysieke ruimte ontworpen voor mensen, door mensen. Het streefdoel is dat elk individu in deze omgeving zichzelf zou moeten kunnen ontwikkelen en activiteiten uitoefenen. De realisatie van een toegankelijke omgeving is mee afhankelijk van een menselijke tussenkomst (private en overheidsinitiatieven, stedenbouw en architectuur).
Keuze voor een toegankelijke locatie
Aanpasbaar, flexibel bouwen begint in principe bij de zoektocht naar een geschikt terrein. Deze keuze zal bepalend zijn voor de verdere organisatie van je handelingen en ‘levensactiviteiten’. In het kader van meegroeiwonen raden we aan een plek te kiezen dichtbij openbare diensten en vervoersmodaliteiten, handel, scholen, horeca, enzovoort. In een stads- of dorpskern zal je de meeste basisvoorzieningen op korte afstand terugvinden. Wonen op het platteland en/of verder weg van voorgaande elementen vraagt dat je jezelf en je dagelijkse activiteiten waarschijnlijk op een andere manier zal moeten organiseren.
Verschillende elementen bepalen mee onze keuze voor een ‘woonplek’:
- Fysieke kenmerken: het groene parkje in de buurt, voorzieningen, bewegingsruimte, esthetiek van de omgeving,…
- Functionele kenmerken: woon- werkafstanden, nabijwonende familie en vrienden, openbaar vervoer, aanwezigheid van diensten, bereikbaarheid van activiteiten,…
- Sociale kenmerken: de wijk, aanwezige bevolkingsgroepen of culturen,…
- Persoonlijke kenmerken: iedereen heeft eigen mogelijkheden en wensen qua esthetiek, invulling, activiteiten, enzovoort. Bovenstaande fysieke, functionele en sociale kenmerken worden pas van belang wanneer persoonlijke voorkeuren primeren.
Globaal gezien zal men voor een omgeving die de persoonlijke levenskwaliteit verhoogt meer respect tonen, wat de sociale, ecologische en economische duurzaamheid verhoogt.